BERGEN - De officier van justitie heeft op dinsdag 13 september 240 uur taakstraf geëist tegen een 54-jarige voormalige ambtenaar van de gemeente Bergen. Volgens het OM heeft de man zich schuldig gemaakt aan passieve ambtelijke omkoping door in 2006 een hypothecaire lening af te sluiten bij een projectontwikkelaar met wie hij vanuit zijn functie samenwerkte. Daarmee heeft hij volgens het OM een dienst en een gift aangenomen, terwijl hij had kunnen weten of in ieder geval vermoeden dat de projectontwikkelaar iets van hem terug zou kunnen verlangen vanuit zijn functie als gemeenteambtenaar. De verdachte heeft financieel voordeel genoten van de hypotheek, waarbij onder andere sprake was van een lage rente, vanaf het moment dat hij deze op 1 november 2006 afsloot tot hij deze eind maart 2018 afloste. Met zijn gedrag heeft de verdachte het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur beschaamd, wat schadelijk is voor het goed functioneren van de democratische samenleving.

Ontneming genoten voordeel en schadevergoeding

Naast het eisen van de maximale taakstraf heeft de officier van justitie de ontneming gevorderd van het wederrechtelijk verkregen voordeel: €60.944,60. Volgens het OM is dit het voordeel dat de verdachte heeft genoten door de hypotheek bij de projectontwikkelaar af te sluiten. Daarnaast moet hij wat betreft het OM een deel van de ingediende schadevergoeding door De BUCH (organisatie die werkt voor vier gemeenten: Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) van €49.685,04 betalen, namelijk in totaal €24.842,52.

Start onderzoek

In maart 2018 schakelde de gemeente Bergen een bedrijfsrecherchebureau in voor een feitenonderzoek, nadat er op sociale media berichten waren verschenen dat de 54-jarige ambtenaar zich schuldig zou maken aan ambtelijke corruptie. Het bureau stelde op basis van dit onderzoek een rapport op.

Op 16 april 2018, deed een burger mede namens twee andere burgers aangifte bij het OM in Noord-Holland tegen de verdachte wegens ambtelijke corruptie. Het OM bestudeerde hierna het rapport van het bedrijfsrecherchebureau. Na de bestudering van het rapport ontstond er een sterk vermoeden van een strafbaar feit (ambtelijke corruptie) en daarom startte de rijksrecherche (belast met het onderzoek naar mogelijk strafbaar overheidsoptreden) onder leiding van het OM op 9 oktober 2018 een strafrechtelijk onderzoek naar de betreffende ambtenaar. Op 11 oktober 2018 deed de gemeente officieel aangifte.

Het onderzoek richtte zich op de verdenking dat de man dankzij zijn functie een hypotheek had kunnen afsluiten bij een projectontwikkelaar en daarnaast van een andere projectontwikkelaar geld zou hebben gevraagd en aangenomen. Deze laatste verdenking kan op grond van het onderzoek niet worden bewezen, dus daar is hij niet voor vervolgd en daarvoor staat hij ook niet voor de rechter.

Gedurende het onderzoek van de Rijksrecherche deden meerdere burgers melding van vermoedens van fout gedrag van de ambtenaar in bepaalde projecten in de gemeente Bergen. Ook werd er melding gedaan dat er meerdere ambtenaren corrupt waren. Deze meldingen hebben geen concrete verdenkingen van corrupt handelen of ander strafbaar handelen door de verdachte (of andere ambtenaren van de gemeente) opgeleverd. In het onderzoek kwam naar voren dat de verdachte hard werkte, zeer gedreven was en dat hij goed was in ingewikkeldere projecten.

Project waar het om gaat: plannen voor nieuwe supermarkt in centrum Schoorl

Naar het oordeel van het OM kan er bij één project gesteld worden dat sprake is geweest van tegenprestaties van de ambtenaar aan de projectontwikkelaar voor de hypotheek. Het project waar het om gaat, had betrekking op de ontwikkeling van het centrum van Schoorl. Een ondernemer wilde in het centrum een supermarkt vestigen. Eind oktober 2006 (nadat er al een geldleningsovereenkomst was afgesloten tussen de ambtenaar en de projectontwikkelaar) vond er een bespreking plaats tussen de ondernemer en de gemeente. De projectontwikkelaar schoof bij dit gesprek aan en deed zich voor als zaakwaarnemer van een ander bedrijf in de nabije omgeving van de beoogde supermarktlocatie, maar bleek later niet namens dat bedrijf te spreken. De conclusie van het OM is dat de projectontwikkelaar door de ambtenaar van dit gesprek op de hoogte moet zijn gesteld en door hem was uitgenodigd om aan te schuiven. In de periode daarna drong de ambtenaar er bij de ondernemer regelmatig op aan dat hij moest samenwerken met de projectontwikkelaar, die inmiddels ook een grondpositie had verworven nabij de plek waar de supermarkt mogelijk zou komen. Anders zou het project geen doorgang vinden. Dit alles speelde gedurende de looptijd van de bij de projectontwikkelaar afgesloten hypotheek.

De officier van justitie benadrukte ter zitting dat ook zonder tegenprestatie sprake is van een strafbaar feit: de ambtenaar had met het oog op zijn positie (hij had een belangrijke functie binnen de gemeente Bergen op het gebied van ruimtelijke ordening en ontwikkeling), moeten weten dat met het afsluiten van de hypotheek, hij een dienst en een gift aannam die ertoe diende om hem in de toekomst te bewegen iets te doen of te laten. Het bedrijf van de projectontwikkelaar was op het moment van het aangaan van de lening werkzaam in de regio en bleef dat ook in de jaren erna. Het is van algemene bekendheid dat projectontwikkelaars en bouwbedrijven belang hebben bij hen gunstig gezinde ambtenaren. In jurisprudentie over ambtelijke corruptiezaken wordt dat ook telkens benadrukt. Het doel van giften en diensten is dan ook vaak het bewerkstelligen en onderhouden van een goede relatie met de betrokken ambtenaar. Dit levert niet alleen een strafbaar feit op, maar is ook onwenselijk. Een ambtenaar moet in de uitoefening van zijn ambt immers objectief en neutraal handelen en zichzelf niet in een afhankelijke positie moet brengen.

Verweer verdachte

De verdachte verklaart dat voor hem de aanleiding om een lening aan de projectontwikkelaar te vragen, was dat hij van hem begreep dat hij gelet op zijn leeftijd zijn werk wilde neerleggen bij het bedrijf. De ambtenaar zou zijn leidinggevende hebben geïnformeerd en de hypotheek was via een notaris geregeld, dus voor iedereen zichtbaar. In de ogen van de ambtenaar was bovendien sprake van een privélening.
Uit het dossier blijkt dat de ambtenaar en de projectontwikkelaar na het afsluiten van de hypotheek nog intensief hebben samengewerkt, wat aanleiding voor de ambtenaar had moeten zijn om te stoppen met de lening. Ook is niet gebleken dat hij richting zijn werkgever openheid van zaken heeft gegeven.

Hoe tot de eis gekomen

De officier van justitie weegt mee in de strafmaat dat het gaat om een feitencomplex dat gepleegd is over een langere periode (bijna 12 jaar) en dat verdachte er financieel baat bij had. Voor het goed functioneren van de democratische samenleving is het belangrijk dat burgers vertrouwen hebben in het openbaar bestuur. Dit vertrouwen wordt beschaamd wanneer personen die bij de overheid werkzaam zijn, zich schuldig maken aan vormen van corruptie. Juist van deze personen mag verwacht worden dat ze integer zijn en zich inzetten voor de publieke zaak. Dit maakt hetgeen de verdachte gedaan heeft zo ernstig.

Aan de andere kant schetste de officier van justitie ter zitting dat de strafzaak veel impact heeft gehad op zijn persoonlijke leven en dat van zijn gezin. De officier van justitie erkende dat negatieve aandacht van de media vervelend is, maar dat dit ook inherent is aan de feiten waar verdachte zich schuldig aan maakte. De publieke verontwaardiging is al snel groot bij ambtelijke corruptie. In de strafeis is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij ‘first offender’ is. Tot slot houdt de officier van justitie er ook rekening mee dat er sprake is van schending van de redelijke termijn: het duurde langer dan twee jaar voordat de strafzaak op zitting werd behandeld.

De rechtbank doet op 28 september uitspraak