EGMOND AAN DEN HOEF - De rechtbank heeft uitspraak gedaan over de vergunning op grond van de Wet natuurbescherming voor de bouw van 163 woningen in Egmond aan den Hoef. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) hebben deze vergunning in oktober 2020 verleend aan de gebiedsontwikkelaar. Omwonenden hebben daartegen beroep ingesteld. De rechtbank concludeert dat GS de vergunning niet mochten verlenen omdat daarbij regels voor neerslag van stikstof zijn toegepast die in strijd zijn met de Europese Habitatrichtlijn.

De vergunning
De bouw van de woningen, het project Delversduin, is gepland naast een zogenoemd Natura 2000-gebied, het beschermde ‘Noordhollands Duinreservaat’. Omdat de woningbouw leidt tot enige neerslag van stikstof, zogenoemde stikstofdepositie, is een vergunning nodig op grond van de Wet natuurbescherming. Door gebruik te maken van de stikstofruimte die de snelheidsverlaging op de snelwegen heeft gecreëerd, kan deze vergunning volgens GS worden verleend en zijn 'significante gevolgen’ voor het Duinreservaat uitgesloten.

Een groep bewoners in de buurt heeft bezwaar tegen de verleende vergunning. Zij stellen dat het gebruikmaken van de stikstofruimte niet garandeert dat woningbouw de natuurlijke kenmerken van het Duinreservaat niet zal aantasten.

Regelgeving
Op 1 januari 2020 is een spoedwet aanpak stikstof in werking getreden. Deze wet was nodig na de uitspraken van de Raad van State waarin is geoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstof in strijd is met de Habitatrichtlijn. Op basis van de spoedwet is een stikstofregistratiesysteem voor de woningbouw- en infrasector in werking getreden. Dit systeem moet vergunningverlening voor onder andere woningbouwprojecten mogelijk maken. In dit stikstofregistratiesysteem wordt de stikstofruimte die ontstaat vanwege stikstofreducerende maatregelen bijgehouden. Deze ruimte kan dan worden ingezet voor een woningbouwproject. De enige stikstofreducerende maatregel die op dit moment is ingevoerd in dat systeem is de verlaging van de maximumsnelheid naar 100 km/uur op snelwegen.

Oordeel van de rechtbank
Op grond van de Habitatrichtlijn moeten lidstaten voor elk plan of project dat significante gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebieden een passende beoordeling maken van die gevolgen. Ook de verlaging van de maximumsnelheid is zo’n plan of project. De lidstaten kunnen alleen toestemming voor een plan of project geven als zeker is dat het de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden niet aantast. Volgens de rechtbank blijkt echter uit de rapporten waarop de verlaging van de maximumsnelheid is gebaseerd, dat niet kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van enkele Natura 2000-gebieden toch nog worden aangetast, en dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de toename van stikstofdepositie weg te nemen. Deze aanvullende maatregelen zijn nog niet uitgevoerd.

Er is dus geen zekerheid dat de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden niet worden aangetast. Dit is in strijd met de Habitatrichtlijn. De rechtbank concludeert daarom dat deze regeling van het stikstofregistratiesysteem niet mag worden toegepast bij de verlening van deze vergunning. De rechtbank vernietigt om die reden de vergunning.