BERGEN - De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (18 december) in totaal 31 uitspraken gedaan over verzoeken van eigenaren van percelen in Bergen voor een planschadevergoeding. In drie gevallen wordt er actie, maar geen betaling van de gemeente verwacht. Ook in de overige 28 zaken hoeft de gemeente geen planschade te betalen.

Met de uitspraken is een einde gekomen aan langlopende procedures die de eigenaren voerden tegen de gemeente om vergoeding te krijgen voor het wegvallen van bouwmogelijkheden op hun percelen. Tegen de uitspraken is geen hoger beroep mogelijk.

‘Het is fijn dat er duidelijkheid is. We hadden en hebben het volste vertrouwen in onze juristen en uiteindelijk was het aan de Raad van State. Dat dit besluit zo valt is ook een compliment voor de organisatie. Die heeft dit dossier met veel zorg behandeld”, aldus wethouder Klaas Valkering.

In drie zaken moet de gemeente actie ondernemen. In twee van die zaken is beslist dat de eigenaren een schadevergoeding ‘in natura’ krijgen. De eigenaren kunnen daarmee hun bouwrechten terugkrijgen. In de derde zaak is de gemeente verzocht alsnog te besluiten of ook hier de bouwrechten worden teruggegeven.

‘We zullen deze zaken nadrukkelijk bekijken en de uitspraak zo snel mogelijk opvolgen. Ik ga uit van een snelle en positieve afwikkeling, daar hebben de eigenaren recht op.’

In de andere 28 zaken krijgen de eigenaren inhoudelijk geen gelijk en hoeft de gemeente geen schadevergoedingen uit te keren. Een vergoeding van de proceskosten is volgens de Raad van State wel op zijn plaats, omdat de rechtbank, die zich in eerste instantie over de zaken heeft gebogen, een te lage vergoeding van de proceskosten had toegekend.

‘Met de uitspraak van Raad van State wordt bevestigd dat de forse claim van 30 miljoen ongefundeerd bleek. Van jubelstemming is echter geen sprake. Deze inwoners hebben gebruik gemaakt van hun recht om dit aan de rechter voor te leggen. Dus we zien het niet als winst of verlies. Het college vindt wel dat diverse opmerkingen over de gemeente, college en vooral medewerkers in de media in de aanloop naar de uitspraak volstrekt ongepast zijn. Van die uitlatingen blijft niks over”, aldus de wethouder.