BERGEN - Het aantal horecazaken in binnensteden is volgens Koninklijke Horeca Nederland (KHN) te hoog, waardoor er in sommige gevallen sprake is van overkill. Gemeenten en provinciebesturen moeten ingrijpen tegen deze wildgroei, stelt voorzitter Robèr Willemsen zaterdag in een interview met het AD.

In de afgelopen tien jaar is de hoeveelheid horecagelegenheden in de zeventien grootste steden van Nederland met gemiddeld 21 procent toegenomen. In Rotterdam steeg het aantal horecagelegenheden met 50 procent, in Den Haag was er een groei van 40 procent.

Vooral in de binnensteden is sprake van wildgroei. De afgelopen tien jaar zijn er in ons land ruim vijfduizend lunchrooms, eetcafés, restaurants, hotels en fastfoodzaken bijgekomen. Dat komt onder andere doordat gemeenten leegstaande winkelpanden vaak direct vullen met horeca”, vertelt de KHN-voorzitter in gesprek met AD.

Volgens Willemsen besluiten gemeenten hier vaak toe omdat ze een horecagelegenheid zien als ideaal middel om snel een leegstand pand op te vullen en voor een snelle bijverdienste te zorgen.

Horecazaken zijn echter geen goede oplossing, betoogt Willemsen. “De totale omzet van de stad moet door meer horecaondernemers worden verdeeld. Hierdoor zijn er ook in deze tijden van economische voorspoed ondernemers die mede vanwege het te ruime aanbod de deuren van hun horecazaak moeten sluiten.”